De huidige marktomstandigheden maken de positie van de gerechtsdeurwaarder in loondienst heel onzeker, waarom zou je het nog willen worden?

De gerechtsdeurwaarderswet kent het fenomeen deurwaarder in loondienst niet: er is immers sprake van een ondernemingsplan dat door de Commissie van Deskundigen (CvD) beoordeeld moet worden. De CvD maakt er duidelijk geen probleem van en de KBvG ook niet.

Justitie zweeg in alle talen. Het fenomeen heeft ingang gevonden en leek het ei van Columbus: kantoren konden en kunnen een heel netwerk van kantoren opzetten als er maar een ondernemer-deurwaarder boven in de kerstboom zit.

Dat iemand het wilde doen vond en vind ik vreemd want je moet wel een onwankelbaar vertrouwen hebben in de ondernemer boven je.

Zoals iemand het een keer uitdrukte: er wordt een (derdengeld)rekening op jouw naam geopend waar je geen dagafschriften van ziet en (mogelijk) ook geen machtiging voor hebt maar als er een tekort op staat ga je wel voor 100% het schip in.

Bij tekorten maakt de wet immers geen onderscheid tussen wel of geen ondernemerschap: je bent volledig aansprakelijk. De eerste die daar mee te maken kreeg was een oud collega deurwaarder die zijn onderneming had verkocht maar wel nog in functie was. Zijn verweer werd gepasseerd en terecht. Het heeft niemand ervan weerhouden ook in loondienst deurwaarder te worden want gezien het hoogtij in de branche leek het een loterij zonder nieten.

Bij conflicten is het herhaaldelijk voorgekomen dat een deurwaarder in loondienst alsnog voor zichzelf begon zonder het indienen van een nieuw ondernemingsplan of zich bij een ander kantoor aansloot wat nog wel eens tot fikse procedures heeft geleid i.v.m. geschonden concurrentiebedingen. Plannen van de KBvG om eisen te stellen bij het verbreken van een samenwerkingsverband o.d. zijn nooit geformaliseerd.

Het kon en kan duidelijk niemand schelen en iedereen leek tevreden te zijn totdat het echt fout ging. De markt is immers volledig veranderd en sinds 2012 is een enorme shake out op gang gekomen. Kantoren besluiten één of meer nevenvestigingen te sluiten en dan staat de deurwaarder in loondienst voor een pijnlijke keuze: genoegen nemen met een toevoeging, voor zichzelf beginnen in een zeer onzekere markt of een andere weg inslaan.

Ik ben niet bekend met de afspraken die worden gemaakt: er zal geld op tafel moeten komen maar ik betwijfel of die echt zullen afwijken wat een andere werknemer krijgt. Dat de deurwaarder in loondienst, soms zelfs jarenlang, financiële risico’s heeft gelopen en de ondernemer meer dan van een gewone werknemer heeft geprofiteerd past immers niet in de wettelijke berekening van de transitievergoeding.

Aan de andere kant: de deurwaarder in loondienst heeft er zelf voor gekozen. Maar het blijft hard, want wie had dit 5 jaar geleden kunnen voorzien?