Het Gerechtshof in Amsterdam (tuchtkamer) heeft dinsdag 6 maart jl. een duidelijke maar m.i. een vrij softe uitspraak gedaan: het staat een deurwaarder niet vrij vorderingen te kopen en deze vervolgens uit te winnen. Het ergste vind ik dat je de ene keer wordt opgehangen voor een relatief geringe fout en de andere keer kun je, voor de tweede keer in korte tijd, iets groots bewust fout doen en dan kom je er dus redelijk gemakkelijk van af: de symbolische sanctie die het Hof uitdeelde (1 euro per dossier) als je dat afzet tegen de winst die met deze – illegale – handel is verdiend….

Ht vak van gerechtsdeurwaarder moet in onafhankelijkheid worden uitgeoefend. Dat klinkt leuk maar de praktijk is anders en is ook nooit anders geweest maar de marktwerking heeft het pas echt op scherp gezet. Iedere deurwaarder heeft een zekere afhankelijkheid tot zijn opdrachtgever. Een opdrachtgever rekent je af op prestatie. Simpel: de klant kijkt enkel naar wat onder de streep staat als te ontvangen bedrag.

Dit is allemaal in the game, je bent ondernemer maar wel ondernemer in gebondenheid, kortom: je hebt je aan de regels te houden. Die regels zijn essentieel voor het level playing field. Je moet tegen elkaar en tegen de klant beschermd worden. Een heel belangrijke stap in die richting was in 2013 het verbod op voorfinanciering. Een andere belangrijke regel is het in de kwaliteitsnormen verwoordde verbod op het kopen of belang hebben in een vordering. Met het kopen van vorderingen is niets mis m,  het is de normaalste zaak van de wereld en in sommige bedrijfstakken een volstrekt aanvaard bedrijfsmodel geworden, kijk naar bedrijven als Famed en infomedics.

Een grens is evenwel de afhandeling (in rechte) van een dergelijke vordering en daarbij doel ik op incasso/executie door een deurwaarder. Als je vorderingen koopt wordt de positie ten opzichte van de vordering anders: je int je eigen inkomen en hoe je ook in het leven staat, een deurwaarder is geen heilsoldaat en zal aan niemand met droge ogen uit kunnen leggen dat hij ten opzichte van die vorderingen even kritisch als de vorderingen waar dat belang niet bij bestaat. “Ik ben wel de eigenaar van de vordering die ik incasseer maar ik let ook op uw belangen als schuldenaar”. Hij zal – terecht – niet geloofd worden.

Wat mij zo steekt is dat dit gebeurd is in strijd met heel duidelijke regelgeving. De boete die is opgelegd is een schijntje ten opzichte van het behaalde resultaat.

Tegelijk met deze uitspraak werden een aantal zaken beslist over niet behaalde studiepunten: daar legt de kamer een boete op om – zoals het Hof het vele jaren terug formuleerde – het wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen. Dezelfde norm legt de kamer op bij verzuim van kwaliteitstoets. Waarom hier geen pluk ze…?