Hoe vaak wordt een dergelijke opmerking niet gemaakt, echter ze gaat in de praktijk maar al te vaak niet op. Als rekeningen of andere schulden niet worden betaald komt de deurwaarder en mogelijk de rechter er aan te pas. Dan blijkt dat lang niet alle kosten kunnen worden verhaald.

Veel bedrijven nemen in hun leverings/betalingsvoorwaarden artikelen op over te late betaling. Belangrijk is daarbij dat vanaf de bestelling duidelijk moet zijn wanneer moet worden betaald: in beginsel gaat de wet uit van terstond maar als u levert zonder (duidelijke) afspraak moet u uitgaan van een redelijke termijn.

Als u een rekening verstuurt waarop overeenkomstig uw voorwaarden een duidelijke betalingstermijn wordt aangeven zal die niet altijd opgaan. Uw voorwaarden moeten namelijk al eerder bij uw klant bekend zijn, ze moeten een onderdeel van de transactie zijn. Denk aan de software die u downloadt: u moet akkoord gaan met de voorwaarden anders is de transactie zelfs niet mogelijk. In het handelsverkeer gaat het niet altijd zo eenvoudig maar het is wel zaak hieraan te denken omdat het niet goed toepasselijk maken van uw voorwaarden ernstige gevolgen kan hebben.

Rente

Als u niets regelt geldt het wettelijke systeem: als de debiteur te laat is met betalen heeft u recht op wettelijke rente, op dit moment 2% per jaar voor een transactie met een particulier, voor vorderingen op bedrijven is het wisselend: per 1 januari 2015 was het 8,05% per jaar.

Wat zijn kosten van invordering?

De kosten van de invordering vallen uiteen in de provisie die de deurwaarder berekent en de proceskosten. Die laatste moeten door de rechter worden bepaald. De deurwaarder zal bij het aannemen van de opdracht het tarief met u bespreken en ook proberen dat bedrag op de nalatige debiteur te verhalen. Vooral dat laatste is en blijft een probleem want de wetgever en de rechterlijke macht zijn erg lang geen echte bondgenoten van de schuldeiser geweest. Uitzondering binnen dit systeem is de fiscus die zoals gewoonlijk haar eigen regels bij wet heeft vastgesteld.

Wanneer en hoe kunt u aanspraak maken op kosten?

Als u te maken heeft met een particulier moet u aan het einde van het aanmaningsproces een zgn. 14 dagen brief sturen: u geeft de debiteur dan een laatste kans binnen 14 dagen te betalen en u waarschuwt meteen welk bedrag hij zal moeten betalen als niet binnen 14 dagen wordt betaald. Op de website van mijn kantoor is hierover nadere informatie opgenomen. Let wel: u kunt niet van deze wettelijke bedragen afwijzen. Ze zijn zoals dat heet van dwingend recht. De bedragen dekken lang niet altijd de werkelijke kosten maar meestal zal in de relatie deurwaarder-schuldeiser een tarief worden afgesproken dat gelijk is aan de wettelijke tariefstaffel.

Problemen met de betalingstermijn

Bij het opstellen van de wet heeft de Minister nooit voorzien dat er een discussie zou ontstaan over de termijn die de particuliere debiteur (lees: de consument) moet krijgen. De praktijk blijkt echter weerbarstig. Gaan die 14 dagen lopen de dag na het verzenden op de dag dat de debiteur geacht wordt de brief te hebben ontvangen? Het Gerechtshof Den Haag weet het duidelijk niet want men heeft het klaargespeeld binnen krap 3 maanden 2 volstrekt verschillende uitspraken te doen. Op dit moment hanteert men in de praktijk daarom veelal een termijn van 16 dagen gerekend vanaf de datum van de aanmaning. Had de wetgever niet duidelijker moeten zijn? Wij vinden dat de wet duidelijk genoeg is maar zo lang er niet door de Hoge Raad over is beslist adviseren ook wij een langere termijn te hanteren om te voorkomen dat de rechter al vanwege de termijn de vordering voor de kosten afwijst.

B2B

Bij vorderingen op een bedrijf bent u niet aan strikte tarieven gebonden en is een 14 dagen brief niet nodig. In de praktijk zult u, om de relatie niet al te zeer onder druk te zetten, de toon van vriendelijk naar dringend laten gaan. De wetgever hanteerde in de relatie B2B een lastig systeem: het moest gaan om redelijke kosten die ook in redelijkheid waren gemaakt. Voorwaarden waarin deze kosten zijn gefixeerd (vaak op 15% van het factuurbedrag) werden door rechters meestal aan de kant geschoven en soms kreeg men helemaal geen kosten vergoed.

Sinds de invoering van nieuwe regelgeving over betalingstermijnen in 2013 is er een dwingende regeling. Het laagste tarief is € 40, – maar er bleef in de rechtspraak onduidelijkheid over welk tarief daarboven gold. Op 10 juli 2015 heeft de Hoge Raad hierover duidelijkheid gegeven. Voorwaarden met incassobedingen kunnen en mogen, maar de rechter kan de kosten matigen, de ondergrens is – en dat is voor de praktijk heel handig – de staffel die ook voor consumenten geldt.

Wat is nu wijsheid?

– Zorg dat uw algemene voorwaarden op orde zijn. Als u deel uitmaakt van een branche organisatie zorgt die voor het onderhouden daarvan. Als u eigen voorwaarden heeft laat ze dan van tijd tot tijd kritisch screenen.

– Zorg dat u uw incassoprocedure goed op orde heeft met goede aanmaningen, afhankelijk van het type debiteur: particulier of bedrijf. Ik adviseer u er graag bij!